Altijd rugpijn en niets lijkt te helpen? Elk voorjaar weer last van hooikoorts? Chronisch vermoeid of misschien zelfs uitbehandeld? Elke ziekte of symptoom heeft een bio-emotionele oorzaak. Door de oorzaak te decoderen vergroot je de kans op genezing. Het maakt dus niet uit om wat voor symptoom of klacht het gaat. Jouw leven zelf geeft het antwoord. Op het moment dat je je bewust bent waar het precies is ontstaan, en door welke situatie en wat de begeleidende omstandigheden waren die het steeds weer triggeren, kun je een andere keuze maken. Je raakt je bewust hoe je reageert in steeds weer dezelfde stresssituatie.
Wat is eigenlijk biologisch decoderen?
Biologisch decoderen is ontstaan door een combinatie van verschillende internationale onderzoeken die gericht zijn op het begrijpen van oorzaken, verloop en herstel van ziekten. Zo ontstond een nieuwe, andere therapie.
Het biologisch decoderen kan bij elke ziekte of klacht apart en naast elke andere therapie of medicatie worden toegepast.
Deze gesprekstherapie is vooral bekend in Frans- en Duitstalige gebieden. Daar zijn al veel publicaties en boeken over dit onderwerp verschenen. Deze fascinerende inzichten worden nu ook toegankelijk voor Nederland.
Het gaat er als eerste om de trigger voor het symptoom (ziekte) te vinden in het levensverhaal en de levenssituatie van de patiënt.
Als we dan de leefsituatie van de ouders (vooral tijdens de conceptiefase, zwangerschap en geboorte) onder de loep nemen, begrijpen we waarom de patiënt precies zo, op zijn of haar eigen persoonlijke manier reageert op een stressvolle situatie, omdat hij/zij tijdens de zwangerschap hiervoor geconditioneerd wordt. Een foetus ervaart de wereld met alle gevaren en stressvolle situaties via de moeder (Bruce Lipton).
Voorbeeld 1: een kind waarvan de moeder tijdens en na de zwangerschap alcohol drinkt. De foetus past zich dan aan, het moet een oplossing vinden, een systeem, waarmee het deze alcohol kan verwerken. Het kind ervaart alcohol dan als een begeleidende omstandigheid van de existentie, het bestaan. Later als volwassene, zal het kind de neiging hebben om naar alcohol te zoeken, bijvoorbeeld om een bepaald gevoel van veiligheid en warmte te vinden (die de baby in de buik van de moeder tijdens de zwangerschap heeft ervaren). Alcohol en zich veilig voelen zijn dan voor altijd met elkaar verbonden.
Voorbeeld 2: Als de moeder tijdens de zwangerschap nogal depressief was, heeft de baby deze reactie van de moeder opgeslagen in het “celgeheugen” (celmembraan). Zo is een depressie voorgeprogrammeerd, het is onvermijdelijk. Het kind hoeft later in het leven alleen nog maar een situatie mee te maken die de depressie triggert.
Elke cel heeft geheugen. Een onverwerkte traumatische gebeurtenis wordt opgeslagen in de cellen. Het lichaam, zelfs generaties later, weet wat er eerder is voorgevallen. Het is totaal onbewust en deze informatie wordt van generatie op generatie overgedragen. Deze wijsheid van ons lichaam is onbewust in ons.
Op het moment dat er later (dus ook in een volgende generatie) een zelfde soort gebeurtenis, of een gebeurtenis die dezelfde emotionele lading heeft, zich voordoet, dan grijpt het lichaam naar het overlevingspatroon, wat de mens in staat stelt deze situatie zo goed mogelijk te overleven. Alles gaat altijd om het overleven van het individu of de soort. Ziektes en klachten zijn dus overlevingsmechanismes, die we alleen kunnen begrijpen als we de individuele levensgebeurtenissen van dichterbij gaan bekijken.
Het kind in de buik registreert de reacties van de moeder via verschillende stressfactoren (hormonaal) en zal later – op het gegeven moment – (over)reageren volgens precies dit patroon.
Maar duiken we nog verder in de familiegeschiedenis, dan wordt duidelijk dat de ervaringen van de voorouders al ten grondslag liggen aan de reactie (in stresssituaties).
Als we gaan decoderen, wordt het gedragspatroon, (de code) van de patiënt op alle niveaus duidelijk en begrijpelijk. De patiënt wordt zich ook bewust welke diepe oorzaken onder de ziekte of het probleem liggen en dat hij of zij eigenlijk van alle mogelijke ziekten alleen precies deze kon krijgen.
Het therapeutische werk bestaat er nu in de patiënt uit het voorgeprogrammeerde gedragspatroon te helpen en andere mogelijkheden om te reageren in stresssituaties te laten zien. Door een nieuwe ervaring te maken, kan het gedragspatroon uitgewist worden.